Op de een of andere manier voel je dingen wel aankomen. Zo ook gistermiddag. De autorit, waar ik had voorgenomen om deze zonder stress en op mn gemak af te leggen, verliep juist hectisch. Een brug afgesloten, een omleiding halverwege. Dan denken dat je op het verkeerde deel van de snelweg rijdt, je bestemming tot 3 keer toe niet kunnen vinden ondanks je navigatie. Het was een voorbode. Wat er die namiddag in mij en met mij gebeurde werd weerspiegeld door het regenachtige en stormachtige weer van de avond. Ik was op weg naar mijn tweede paddenstoelenceremonie voor een nieuwe reis.
Ik had de intentie om m’n hart weer open te stellen, (nog) meer financiĆ«le vrijheid te krijgen en te weten te komen hoe en wat m.b.t. mijn coachingsopleiding. Maar hoe kun je deze dingen bereiken, als je er niet 100% van bent overtuigd dat je er mag wezen, dat je jezelf vaak niet uit, maar datgene wat je naar buiten wilt brengen in je houdt en dan ook nog eens je krampachtig vasthoudt aan het verleden.
Deze reis werd een pittige. Aan het begin voelde ik veel weerstand. Ik wilde niet de diepte in. Aangaan en aankijken van wat er was en is. Ongeveer vijf uur lang heb ik enorm zitten bewegen, trillen, schudden. Een fysieke uiting van een innerlijke strijd en enorme worsteling in mij om onderwerpen die in mij leven wel of niet te uiten/naar buiten te brengen. Doe ik het wel of doe ik het niet? Ben ik echt mezelf als ik het niet doe? Mag het van mezelf om bijvoorbeeld iemand te vertellen wat je voor hem/haar voelt? Hoe geef ik mijn eigen grenzen aan? Ga ik een ruzie of discussie uit de weg omdat ik denk: ach dat komt wel goed, wat maakt het uit, is het echt zo belangrijk? Of geef ik aan wat ik ervan vindt, wat het met mij doet om ervoor te zorgen dat ik mezelf niet verlies? Wanneer ben ik echt mijn authentieke zelf? Het was zo enorm druk van binnen. Zowel in mn hoofd als in de rest van mijn lichaam. Gedachten pingpongde heen en weer in m’n hoofd. Non-stop. Het was gisteravond hard werken. Heel hard. Na de ceremonie was ik kapot en leeg.
Er waren ook veel tranen. Heel veel. Verdriet, pijn, tranen van verlies en gemis. Rouw. Shit die ik al een jaar lang met me mee draag, kwam eruit. Ik voelde het in m’n benen, armen, nek, rug en hoofd. Het was overal. Er was geen ontsnappen aan. Het was (eindelijk) tijd om het een plek te geven, eruit te gooien en wellicht het belangrijkste voor mezelf: te accepteren dat het okee is om je verdrietig te voelen, gemis te voelen om wat er was en het jezelf niet kwalijk te nemen dat dat gevoel er is. Juist door die gevoelens een plek te geven kun je het laten gaan en weer een volgende stap zetten in plaats van dat je letterlijk vast zit in jezelf (en in het verleden).
Wat het me heeft gebracht is dat hetgeen dat ik voel van binnen er mag zijn. Dat ik me er niet om hoef te verontschuldigen of mezelf blijf pijnigen dat die gevoelens er zijn en ik het dus maar allemaal binnenin me houdt. Het mag er zijn, ik mag mezelf zijn en het is okee om het te uiten omdat dat ervoor zorgt dat ik echt Richard kan zijn en worden.
Door al het bewegen die avond kom ik er ook steeds meer achter dat alleen ergens over praten niet altijd voldoende is. Je lichaam slaat dingen op en door te bewegen raak je dat kwijt. Hoogste tijd om een drumstel te komen en ja, uh, toch maar eens wat vaker dansen misschien?
Vanavond ga ik op tijd naar bed. De vorige nacht was kort omdat m’n hoofd nog vol zat van alle indrukken. Het was een andere reis dan in april van vorig jaar. Maar toch was het, ondanks de pittigheid, een fijne reis. Groeien, veranderen, doet nu eenmaal (letterlijk) pijn. En om te groeien dien je, vind ik, zo af en toe goed naar jezelf in de spiegel te kijken. Om te zien waar je als mens nog kunt leren maar zeker ook om te zien naar al het mooie dat er al is en dat er ook mag zijn.
Op naar de volgende reis, alhoewel die denk ik nog even op zich laat wachten. Eerst gister verwerken.
PS: Len, ik hoop dat je niet bent vergeten je dekbed te wassen door al dat gesnotter van mij… #sorry