Toen ik een stuk jonger was (zo tussen de 20 en 25 jaar oud) en ik studeerde en daarna ging werken, verdiende ik m’n centjes in de horeca van Breda. Eerst als terrasloper en glazenhaler (ja, zo heette dat toen) bij cafe Sam Sam. Tot dat helaas in brand vloog. Na wat omzwervingen bij Boerke, Hier te breed & daar te lang en Miller Time kwam ik terecht bij cafe Zeezicht (waarbij we regelmatig het verhaalde vertelde dat tijdens de Spaanse bezetting Breda aan zee lag, dus ja, vandaar de naam) waar ik werkte op het terras en achter de bar. De laatste 6 maanden van die totale periode, net voordat ik uiteindelijk achter een PC in een kantooromgeving terechtkwam, mocht ik in de toenmalige alimentatiediscotheek werken als barman. Die maanden, in de weleens gekscherend genoemde disco “De likhut”, (de echte naam was de Liquid) waren echt top. We vertellen er elkaar nog steeds hele mooie verhalen over.
Herken je dat? Dat ondanks dat de tijd verstrijkt, sommige dingen een soort van ‘bij je blijven’? Net na corona heb ik een maand achter de bar gestaan bij cafe De Bommel. Damn, wat heb ik dat toen onderschat. Hard werken hoor op zo’n vrijdagavond als half Breda voor een biertje even langskomt. Drie kilo raakte ik kwijt in een maand. Iets teveel van het goede op dat moment. Ook voor mijn hoofd was het pittig. Als je gedachten zo nu en dan goed in de weg zitten dan is het niet altijd even fijn als je in een zeer drukke kroeg aan het werk bent (voor meer achtergrond kun je met dit bericht beginnen om er een idee van te krijgen).
Nu drie jaar verder kriebelt het nog steeds. Werken in de horeca in Breda. Gewoon lekker fysiek bezig zijn, in een leuke, prettige en gezellige atmosfeer waar de mensen komen om het er naar hun zin te hebben. Maar ja, waar dan in godsnaam? Waar is er nog een leuke, toffe, gezellig tent waar ik een beetje pas vooral kijkend naar mijn leeftijd (ik wist al meteen: Cafe Jansen gaat het niet worden). En hoe kan ik het zo aanpakken dat het gehele proces ook wat beter past bij mij, wie ik ben als persoon. Vorig jaar heb ik namelijk dit boek over Human design gelezen en mijn eigen plattegrond helemaal tot op detail uitgeplozen. Daarin werd me duidelijk dat ik wat meer moet afwachten in plaats van continue ergens achteraan jagen. Geduld hebben dus. Het op me af laten komen. En goed letten op de locatie. Waar voel je je fijn? Waar voel je je thuis? Waar is de sfeer en de energie goed, positief en passend voor jou? Ik heb dus niet gekeken naar zaken als salaris, drukte, naam van het etablissement, etc. etc. maar puur naar waar krijg ik nu een goed gevoel bij?
Uiteindelijk heb ik de stoute schoenen aangetrokken en via Instagram contact opgenomen met, de vaste barman van Wijnbar Bardot, Martijn. Na een paar weken hebben we elkaar telefonisch gesproken waarna ik, na een gesprek met een van de eigenaren, een paar uur heb meegedraaid. Op het moment dat ik dit schrijf heb ik een volle avond gefungeerd als terrasloper en staat komende zaterdag mijn tweede dienst op het programma.
Je kunt natuurlijk gemakkelijk zeggen: Jeetje, waarom doe je dit? Tsja, ik vind het oprecht erg leuk. Wat niet wil zeggen dat mijn gedachten en mijn hoofd mij niet in de weg zitten. Man, man, man, wat heb ik me en wat maak ik me druk in mijn hoofd. Gedachten schieten alle kanten op over wat er wel niet mis zou kunnen gaan. Zo apart. Een overblijfsel van vroeger toen ik bij de Sam werkte en daar ook een aantal keer paniekaanvallen had tijdens het werk. Met een vol hoofd, lood in de schoenen en compleet energieloos door alle zorgen (je druk maken kost echt bakken met energie) fietste ik die eerste twee keren naar het centrum van Breda en maakte ik mijn eerste uren. Maar weet je wat? Ik had nergens last van. Ik voelde me goed. De mensen die daar werken zijn leuk en tof. Aardig en behulpzaam. De sfeer is goed, het publiek dat er komt is okee en ik pas erbij (wederom: qua leeftijd dan he). En zeker, na een avond heen en weer lopen op het terras ben je op en moe. Maar toch ook weer niet. Wat het was en is gewoon leuk om te doen.
Ook bij dit onderwerp dus weer dat gevecht tussen hoofd en hart. En hoe gedachten je in de weg kunnen zitten, je kunnen tegenhouden of ervoor zorgen dat je iets uit de weggaat. En toch, en toch ga ik het aan. Waarom niet als je iets erg leuk vindt? Met al die beren op de weg komt het wel goed. Of niet. Dan heb ik er in ieder geval hopelijk iets van geleerd, ben ik het aangegaan en heb ik het tenminste geprobeerd. Maar wat zou het zonde zijn om het niet te doen. Om het niet te proberen. Want voor hetzelfde geld mis je iets fantastisch. En nee, het is daardoor niet altijd meteen perfect. En nee, niet alles lukt altijd zoals je kunt lezen. Maar fok it. We gaan ervoor. Waarom? Gewoon, omdat het kan.
Wanneer zie ik je op het terras? Dan toasten we op de liefde en het leven. Want dat is waar het allemaal om draait in de periode dat we rondlopen op deze blauwe bol. En wijn en bier natuurlijk. Ook niet te vergeten. Heerlijk als de zon schijnt op een terras genieten van de mensen die langslopen. Tot snel.